Afscheid
11 januari 2019Rennen of Stilstaan
11 januari 2019Balans…het woord alleen al klinkt gebalanceerd. Precies in het midden. Twee a’s met een l ertussen. Een weegschaal met twee schaaltjes aan beiden kanten, die precies in het midden staat. Wat heeft die weegschaal het fijn en rustig, gok ik zo. In balans zijn geeft rust. Lichaam en geest zijn content met elkaar en lopen hand in hand de toekomst in. Dat gevoel heb ik wel eens gehad in een yogales. Dat ik voelde dat ik met mijn geest, mijn lichaam zo kun sturen dat ik in balans was. Dat gaf me een gevoel van kracht en vrijheid. Ik voelde me ontspannen en blij. Er was even niets anders dan dat moment in het nu.
Toch is het heel lastig om altijd maar in balans te zijn. Voor mijn gevoel word ik constant door externe factoren uit mijn balans getrokken. Zijn er mensen die dingen van me verwachten. Maar ook innerlijk is er soms een disbalans tussen lichaam en geest. En verwacht ik óók teveel van mezelf. En dan vraag ik me af of ik die dingen van mezelf verwacht, of dat ik ze verwacht omdat anderen dat graag willen. En ik bén iemand die graag aan het verwachtingspatroon van de ander wil voldoen. Het graag goed wil doen, waardoor ik soms mezelf uit het oog verlies. Op dat moment is hetgeen wat de ander wil, belangrijker dan wat ik zelf wil. Dan kan ik daar tot op zekere hoogte ook wel in meegaan, want het geeft mij een goed gevoel dat ik de ander kan geven wat hij graag wil. Maar na dat zo een tijdje gedaan te hebben, begin ik me dan vaak toch ook af te vragen wat ik zelf eigenlijk wil. En dan besef ik me dat ik heel erg mee ben gegaan in het hetgeen wat de ander wilde. En heb ik me dat laten gebeuren, misschien wel laten overkomen.
Dan vraag ik me af of het hetgeen wat de ander wil, ook wel echt hetgeen is wat ik zelf wil. En dan blijkt dat soms anders te zijn. En dan weet ik dat ik me mee heb laten sleuren in het pleasen van de ander. Terwijl, als er geen verwachtingen van een ander zijn en ik enkel en alleen aan mijn eigen verwachtingen hoef te voldoen, ik vaak eigenlijk al meteen weet wat ik wil. En dan doe ik dat gewoon. Dan kán ik ook aan mijn eigen verwachtingen voldoen. Want die zijn niet te veel en ook niet te weinig. Die zijn precies goed. En dan voel ik me vaak heel krachtig en blij. Maar het zou uiteindelijk ook zo fijn zijn om zo dicht bij mezelf te blijven als ik ook bij een ander ben. En probeer aan mijn eigen verwachtingen te blijven voldoen net zo zeer als ik aan de verwachtingen van de ander kan voldoen. Zodat ik vrij kan zijn in verbondenheid.
Eva