UA-147668643-1
Vroeger als kind vroeg ik mijn vader altijd de oren van zijn kop: Pap, waarom is de aarde rond? Pap, waarom zijn wortels oranje en niet groen? Pap, hebben de kindjes in Afrika dan echt helemaal geen eten? Pap, wat wilde jij later worden toen je klein was? Pap, mag ik op paardrijles? Pap, vertel nog eens dat verhaal over vroeger toen mama en jij elkaar ontmoetten?
Mijn vader wist namelijk alles. Hij had de waarheid in pacht. Hij had immers altijd een antwoord op mijn vragen. Ook vond mijn vader mij vaak erg grappig en lachte hij smakelijk om mij, waarop ik altijd zei: Pap je lacht me uihuit. En dan zei hij altijd liefdevol: Nee kind ik lach je toe. Waarop ik hem vaak nog steeds niet wilde geloven.
Mijn vader was gedeeltelijk huisvader en bracht mij altijd naar school. Hij is iemand die graag een gat in de dag slaapt, maar speciaal voor mij stond hij op. Mijn vader kookte iedere dag voor mijn moeder en mij en aan het eind van de dag mocht ik hem altijd even als klimrek gebruiken en dan tilde hij me op en deden we kunstjes in de gang en in de keuken.
Mijn vader nam me altijd mee uit wandelen, fietsen en zwemmen. Middagen lang waren we van huis en brachten we door in de natuur. Mijn vader heeft zijn liefde voor de natuur altijd met mij gedeeld en heeft me geleerd de natuur en al haar pracht te koesteren. Mijn vader reed ons altijd helemaal naar Zuid-Frankrijk in de zomer. Parijs mocht mijn moeder rijden, de rest reed hij zelf. Dan zetten we samen de tent op, wat altijd een helse klus was, maar we deden het met plezier.
Mijn vader steunde mijn moeder altijd voor de volle honderd procent en gaf haar ruimte om haar eigen dingen te doen.
Mijn vader is de oudste uit een gezin met vijf. Vroeger was het vechten om een plekje. Vechten om een maaltijd. Er was immers net genoeg. Maar mijn vader heeft ook geleerd om te delen en te zorgen. En dat doet hij nog steeds. Als er iets met zijn broers of zus aan de hand is, dan is hij er voor hen. Op elk vlak.
Als er iets met mij is, dan is hij er. Dag en nacht.
Toen mijn moeder overleed, werd mijn vader ineens mijn vader en moeder ineen. Hij noemde zichzelf mijn Mapa. Het duurde even voordat wij elkaar weer terug vonden in ons eigen verdriet, onze eigen rouw. Maar toen we elkaar vonden, was onze band sterker dan ooit. Ik zie mijn vader niet iedere dag, week of maand. Maar ik spreek hem elke dag. En iedere dag weer neemt hij de tijd om mijn verhalen aan te horen, geeft hij goede raad en advies en leeft hij met me mee.
Ik houd zielsveel van mijn vader omdat hij er altijd is. Mijn vadertje en moedertje ineen. Mijn vader zorgt en beschermd. Soms iets te, maar ook daarin leert hij steeds meer om los te laten. Ik zal altijd zijn kleine meisjes blijven, maar hij vertrouwt me toe om mijn eigen keuzes te maken en mijn eigen leven te leiden. En staat altijd voor de volle honderd procent achter me. Mijn vader is mijn held. Af en toe eentje op sokken, maar dat maakt hem zo lief. Lieve pap, bedankt dat jij mijn Mapa bent.
Eva