UA-147668643-1
Zodra ik land in Nederland begint het te regenen. God, heb ik weer, denk ik. Ik stap het vliegtuig uit en voel een onaangename vlaag kou mijn kant op komen. Vervolgens loop ik richting de aankomsthal om mijn bagage op te halen. Het valt me op dat iedereen zowel lopend als stilstaand naar beneden kijkt, naar zijn telefoon. Hierdoor zie ik drie keer een bijna botsing ontstaan tussen verschillend wandelend Schiphol publiek. Iedereen lijkt alleen maar met zichzelf bezig te zijn en heeft totaal geen oog voor de ander. Ook lijken mensen niet echt in het nu te zijn. Ik voel een stressvolle en opgelaten sfeer. Ik moet nog even dit en ik moet nog even dat blikken staren glazig langs me heen.
Ik ging op reis voor de ervaring. Ik wilde me ontwikkelen als mens. Een nieuw avontuur aangaan en een andere cultuur opsnuiven. Ik had het er vaker over met vriendinnen in Kaapstad. We vroegen ons af of Kaapstad ons veranderd zou hebben als we terug in Nederland zouden zijn. Ik dacht aan de dag dat ik vanuit Nederland vertrok en hoe ik me toen voelde op Schiphol. En ik besef me, nu ik hier weer loop, dat ik ben veranderd. Ik ben daadwerkelijk veranderd.
De volgende ochtend rijd ik naar Amsterdam. Ik vertrek om 09.00 uur, na de spits, dus geen vuiltje aan de lucht, denk ik. Vervolgens sta ik een half uur in de file en kom ik nog net op tijd, gehaast aan op mijn afspraak. Welkom in Nederland, denk ik bij mezelf. Maar ik vertik het om mee te gaan in deze stress. Ze moeten maar even wachten, denk ik. Vervolgens stroomt de dag erna mijn telefoon vol met mailtjes, appjes en belletjes en ik verlies totaal het overzicht. Hoe deed ik dit vroeger? Kon ik vroeger dan echt alles tegelijk? Ik weet van mezelf dat ik een slechte multitasker ben. Mensen om mij heen kunnen dit beamen. Als ik een bericht op mijn telefoon open, zoom ik even totaal uit op het gesprek wat ik met de persoon tegenover mij aan het voeren ben. Heel asociaal eigenlijk, maar ik kan gewoon echt geen twee dingen tegelijk. Maar toch kon ik altijd alle balletjes tegelijk omhoog houden en een sociaal leven hebben, gezond eten én twee keer in de week sporten. Nu vraag ik me af hoe ik dit in godsnaam deed, waar ik in godsnaam de energie vandaan haalde. Met een bewondering voor mijn eigen kunnen, maar eigenlijk altijd uitgeput.
Maar ik voel ook dat ik het niet meer zo wil. Ik wil niet meer in zeven sloten tegelijk lopen en mezelf totaal in alles verliezen. Ik wil tijd hebben voor mezelf. Mijn creativiteit. Ik wil drie keer in de week sporten, de natuur in en genoeg tijd hebben om een leuk, sociaal leven te hebben. En daarom schrijf ik dit op. Wil je me alsjeblieft, als ik weer opgeslokt dreig te worden door werk en verplichten, aan mijn lurven trekken? En dan heel hard zeggen: STOP HIERMEE!!! Bij voorbaat dank!
Eva