UA-147668643-1
Vroeger als kind was ik erg nieuwsgierig, ik vroeg mezelf van alles af en stelde altijd honderden vragen. Ik verwonderde me over de wereld en alles om me heen. Ik wilde eigenlijk altijd alles in elke situatie weten.
Toen ik op de basisschool zat, ging ik twee keer per week naar de buitenschoolse opvang. Ik had daar veel vriendjes en vriendinnetjes en had er de tijd van mijn leven. We haalden vaak ook wel stiekem kattenkwaad uit, zeker in de zomer als we veel buiten waren.
Naast de buitenschoolse opvang hield ik ook echt veel van school. Ik was een gemiddelde leerling en beter in de talen dan in rekenen. Dat is vandaag de dag nog steeds zo. Ik ging met plezier naar school.
Ik was alleen niet goed in de momenten waar het echt op aankwam zoals de cito toets. En later op de middelbare school, de examens. Daar scoorde ik vaak onder mijn kunnen. Ik kon slecht met stress situaties omgaan wat dan resulteerde in een black-out. Ik kreeg aan het eind van de basisschool een mavo-havo advies. Meer havo dan mavo, dat wel.
Ik startte op de middelbare school en haalde alleen maar negens en tienen, met twee vingers in mijn neus. In het tweede jaar werd ik in een havo-vwo klas gezet. Ook hier ging het me allemaal vrij goed af. Na de tweede klas werd me gevraagd of ik naar het vwo wilde. Omdat ik dat vrij spannend vond, besloot ik naar een hav0-vwo klas te gaan, waar ik dan wel vwo deed, maar altijd nog een tandje terug kon schakelen naar havo. Ik ging er wel voor en uiteindelijk bleef ik vwo doen. Toen kwam het profiel keuze moment: ging ik voor het pretpakket of misschien voor het technische B-vakken pakket? Ik vond het pretpakket, het pakket waar ik eigenlijk het beste in was, niet ambitieus genoeg. Ik wist nog niet precies wat ik wilde worden, al wist ik dat diep van binnen wel, dus dacht ik slim af te zijn met een B-vakken pakket waar ik dan ook economie en muziek bij deed. Dan kon ik namelijk nog alles worden wat ik wilde. De jaren erna worstelde ik me met moeite door de B-vakken en economie heen en haalde alle andere vakken met opnieuw weer twee vingers in mijn neus. Om daarna naar het conservatorium te gaan, waar ik mijn hele vwo niet eens voor nodig had.
Ik kwam op het conservatorium in Rotterdam terecht, een pittige leerschool, waarbij hard leren en dan een mooi cijfer ontvangen niet opging. Het ging hier om acteer –, dans en zangkwaliteiten die dan ook nog subjectief beoordeeld werden. Daar was eigenlijk niet eens een cijfer aan op te hangen. Daarnaast werd je ook als mens, als persoon beoordeeld. Had je wel het karakter, het doorzettingsvermogen om het te maken in de grote, boze theaterwereld. Je moest je afvragen wie je was als performer en wat je kwam brengen. Dat was andere koek.
Ik heb geleerd, er zijn 4 soorten typen mensen op de wereld: de pleaser, de vragensteller, de perfectionist en de rebel. We schijnen allemaal in één van die vier hokjes te passen. Maar als ik zo naar mijn eigen ontwikkkeling kijk, lijk ik alle vier de hokjes aan te kunnen tikken. Ik begon als een nieuwsgierige vragensteller en werd op z’n tijd zo af en toe eens een rebel, die graag kattenkwaad uithaalde. Daarna kwam de perfectionist in mij naar boven die alles meer dan goed wilde doen, zelfs zo erg dat ik mezelf in de weg zat en op het moment suprême helemaal niet meer kon presteren. En daarna werd ik een gedwongen pleaser. Vind mij leuk, vind mij grappig, vind mij een goede performer, geef me een goed cijfer, laat me slagen. Aan alle vier lijkt nu iets negatiefs te hangen, maar zo bedoel ik het niet. Mijn nieuwsgierigheid, rebelsheid, perfectionisme en in kunnen spelen op wat mensen graag willen zien, heeft me wel gebracht waar ik nu ben. En dat is een best fijne plek.
Eva