Corona sleur
24 januari 2021Nieuw uitzicht
3 februari 2021Vandaag is de dag. De dag dat Zahier naar huis gaat. Of nouja moet.
We staan samen op en de dag voelt eigenlijk net als iedere andere dag de afgelopen zes weken. Sinds de lock down heb ik weinig werk en zijn we voornamelijk samen thuis. We modderen wat aan, pakken samen zijn koffer in. Doen nog één keer samen boodschappen, koken samen en dan is het toch echt tijd om naar Schiphol te gaan.
Een week geleden kwam natuurlijk het nieuws naar buiten dat Nederland dicht ging voor reizigers uit Zuid-Afrika. Dit nieuws kwam exact een week voordat we samen naar Kaapstad zouden vliegen. Er was begin januari ook al wat onrust, maar ook dit keer gooide het virus vlak voor onze plannen roet in het eten.
We hebben dan ook een zeer onrustige week achter de rug. Het was eerst de vraag of Zahier überhaupt nog wel terug kon vliegen. Gelukkig hoorden we op zaterdag definitief dat dat kon. Wat automatisch ook betekende dat zijn visum niet verlengt zou worden en hij het land vandaag toch echt zou moeten verlaten. Wanneer ik naar Kaapstad kan, is nog onzeker. Maar ik hoop dat er snel meer duidelijkheid zal komen rondom de quarantaine wetgeving.
Onderweg in de auto naar Schiphol zing ik zachtjes mee met de radio en verzinken we allebei in onze eigen gedachten. We overdenken de afgelopen drie maanden. Ik besef me dat er de afgelopen drie maanden heel veel mooie dingen zijn gebeurd. En vooral ook dat er veel is gebeurd. En ik ben zo blij dat hij daar onderdeel van is geweest, in levende lijve en niet vanachter een telefoonscherm aan de andere kant van de wereld. We voelen allebei dat onze tijd samen is omgevlogen. Met af en toe een diepte puntje, maar daarnaast vooral veel hóge hoogtepunten, zoals Zahier dat mooi samenvat.
We komen aan bij Schiphol en lopen naar binnen. Normaal gesproken hebben we een heel ritueel met samen inchecken, grapjes maken met het grondpersoneel dat de ander meegaat in de koffer. Het meelopen naar de douane en daar het moeilijke afscheidsmoment, waarbij ik altijd in een soort tranendal beland en Zahier me met lieve woorden probeert op te beuren. En dan als laatste het wegloopmoment waarbij we elke keer toch weer even omdraaien tot we elkaar echt niet meer kunnen zien.
Nu verloopt het heel anders. Ik mag niet mee naar binnen en we moeten gedwongen afscheid nemen in een donker gangetje bij de parkeerplaats, met mondkapje op. Het voelt als een abrupt afscheid. We staan er nog even onhandig, kussen elkaar met onze mondkapjes op en Zahier spreekt me moed in, dat we elkaar vast snel zullen zien. Ik ben positief en ik geloof, maar ik voel me ook weer overvallen door een groot, intens verdriet. Hij loopt langs de controle en stapt op de roltrap naar beneden. Terwijl ik hem uitzwaai tot ik hem echt niet meer zie, komt er een meisje de trap op gelopen die haar geliefde naast mij in de armen springt. Een afscheid en een wederzien tegelijk. Ik hoop zó dat wij ook snel weer dat stelletje zijn…!
Eva